Vereniging

De VHP-Zorg, de vereniging voor professionals in de zorg- en welzijnssector is in 1972 opgericht. Reden was het feit dat destijds beroepsverenigingen op geen enkele wijze toegang hadden tot het cao overleg. Drie beroepsverenigingen zochten en vonden elkaar:

  1. de beroepsvereniging voor Hoofden Civiele Dienst;
  2. de beroepsvereniging voor Hoofden Technische Dienst en
  3. de beroepsvereniging voor Hoofden Verzorgings- en/of Verplegingsdienst.

Deze beroepsverenigingen kozen er voor om een vakbond voor middelbaar en hoger personeel op te richten. Enige tijd later werd de FHZ (Federatie van verenigingen voor Hoger personeel in de Zorgsector, nu FBZ) opgericht.

Vrij snel na de oprichting van de FHZ sloot de VHP zich aan; de FHZ was immers cao partij bij alle "zorg" cao's en trad dus ook op voor de VHP bij: Bejaardenhuizen (toen nog zonder verpleeghuizen); Ziekenhuiswezen (ziekenhuizen, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, verpleeghuizen en revalidatiecentra) en Thuiszorg.

In 1987 kreeg de VHP de toezegging om met ingang van 1988 aan het cao overleg voor Bejaardentehuizen (later Verzorgingshuizen, vanaf 2000 V&V, vanaf 2008 de cao VVT) deel te nemen. Door een landelijk georganiseerde "superactie" van de VHP ging in 1987 de geplande invoering Fuwa niet door. In 1988 zorgde de VHP er mede voor dat het salariseffect voor het middelbaar en hoger personeel wel (zeer) acceptabel was. De VHP was niet meer weg te denken en veelvuldig werden er ledenwerfacties door het hele land gevoerd.

Per 1 januari 2001 werd De Unie Zorg en Welzijn (UZW) opgericht. De VHP beëindigde op verzoek De Unie Zorg en Welzijn het contract met de FHZ en sloot zich aan bij dezelfde Unie Zorg en Welzijn. Hierdoor had de UZW naast een plaats aan de cao tafel voor de ziekenhuizen ook aan de cao tafel voor de V&V een onderhandelingspositie, in 2004 werd de VHP eveneens toegelaten aan de cao Thuiszorg tafel.

Een tegenvaller was dat (ofschoon wel toegezegd) de UZW geen partij werd bij alle "zorg"cao's. Leden uit de gehandicaptenzorg en de GGZ liepen als eerste weg en vormden het begin van de leegloop bij de UZW en de VHP-Zorg. Ofschoon vele pogingen daartoe gedaan zijn weigert de VHP vooralsnog zichzelf op te heffen.
De VHP is tenminste bij twee cao's de kruiwagen geweest voor UZW om aan de onderhandelingstafel te kunnen onderhandelen: V&V en Thuiszorg. In de beginjaren van deze eeuw heeft de VHP niets meer aan acquisitie ondernomen. Dat werd vooral veroorzaakt door veelvuldig wisselende bestuursleden, naast het niet deelnemen aan de onderhandelingstafel van diverse cao's.

Enkele jaren geleden is er een nieuwe voorzitter gekomen. Hij heeft het bestuur vernieuwd en naar het zich laat aanzien lijkt er een stabiel bestuur te zijn gekomen en is de neerwaartse tendens van ledenontwikkeling gekeerd; jaarlijks is er een groei waar te nemen in het aantal leden. Werden er de afgelopen jaren in totaal enkele leden ingeschreven, door deelname aan congressen e.d. worden nu jaarlijks tientallen leden ingeschreven.

Belangrijk in dit hele verhaal is de zeer snelle reactie van de VHP (belangenbehartigers voor individuele ondersteuning) als leden een vraag/probleem hebben. Op deze wijze wordt ervoor gezorgd dat de VHP-Zorg springlevend blijft.