Column juni 2017

Goede zorg centraal.

Ik las deze week dat volgens de Raad voor volksgezondheid en samenleving ”het accent in de zorg teveel is komen te liggen op externe verantwoording, transparantie, standaardisatie en controle”. Voor mij een open deur voor velen die in de zorg werkzaam zijn.

Medewerkers in de zorg zitten vast aan protocollen en richtlijnen, zorgpaden en procedures. Eigen inzicht van de professional blijken niet meer als basis van handelen te mogen worden gebruikt. Er zijn strikte (en knellende) richtlijnen vastgesteld waar de professional zich aan moet houden.

Van de richtlijnen afwijken en samen met de patiënt bepalen wat wel/niet gaat gebeuren lijkt ver op de achtergrond geraakt. De vraag is daarbij: wat is nu eigenlijk goede zorg? Technisch gezien kan er veel tegenwoordig en daarbij ligt ook vast welke procedure er moet volgen. Wordt het geaccepteerd dat een 80-jarige met de wens om niet meer behandeld te worden met chemo, omdat hij kwaliteit van (een kort) leven stelt boven een langer leven?

Wat is goede zorg? We komen er steeds meer achter dat bij het voorschrijven van medicatie meer op maat voorgeschreven moet worden. Iedere patiënt is anders en reageert anders op `ziekte` en `medicatie`. Vrouwen hebben een ander klachtenpatroon bij hartproblemen dan mannen. Toch bestaat er nog steeds een `unisex` protocol.

Standaard na een `total hip` ga je binnen een beschreven periode uit bed op de stoel. Patiënten die erg klagen over pijn bij bewegen, moeten volgens protocol ook in die periode uit bed. Ik vraag mij werkelijk af waarom verzorgenden en verplegenden in de beroepsopleiding zoveel leren over ziektebeelden en complicaties. Het lijkt dat men namelijk zelf niet meer de inzichten nodig heeft. Ze hoeven feitelijk alleen maar te leren lezen en de protocollen vervolgens uit te voeren.

Ben ik te oud geworden om met plezier terug te kijken op mijn eigen scholing, waarbij klinisch redeneren één van de vaste onderdelen was binnen de opleiding? Wordt dat nog gegeven en is daar überhaupt nog wel ruimte voor? En is er binnen de huidige prakrijk nog wel voldoende ruimte om op basis van eigen bevinding af te wijken van de knellende protocollen?

Ik hoop het wel, want alleen op die manier kunnen we de zorg een menselijk karakter blijven geven. Technisch gezien kan er veel, moet het allemaal wetenschappelijk onderbouwd worden? Natuurlijk zijn er wetenschappelijke onderzoeken nodig om te bezien wat een effectieve en efficiënte manier van werken is, maar het “knellend” protocolleren is in mijn ogen niet nodig.

Gelukkig gaan er steeds meer stemmen op om het benauwende stramien te verlaten en meer eigen initiatief op basis van professionele inzichten toe te laten. De professionals weer de waarde te geven die men door opleiding verworven heeft. Gebruik maken van verpleegkundig en verzorgend verstand. In combinatie met de patiënt, cliënt en/of bewoner weer de centrale rol binnen de zorg teruggeven aan de zorgvrager.

Laten we op die weg doorgaan, zonder de waarde van de wetenschappelijke onderbouwing teniet te doen. Die is waardevol, moet zeker zijn plaats hebben, maar moet niet protocollerend en knellend worden opgelegd. Verplegen en verzorgen in vrijheid, op basis van kennis en inzicht.