Arbeidsvoorwaardenbeleid 2020

Namens de VHP-Zorg zitten de bestuurders van de FBZ aan tafel bij 9 cao’s (Gehandicaptenzorg, GGZ, Jeugdzorg, Kraamzorg, Nederlandse Universiteiten, Onderzoekinstellingen, UMC, VVT en Ziekenhuizen) en is vertegenwoordigd in het bestuur, de pensioenraad en pensioencommissie+ van PFZW en (via het Ambtenarencentrum) in het bestuur van ABP.

De basis voor alle cao-inzetten vormt het Arbeidsvoorwaardenbeleid.

1. Primaire arbeidsvoorwaarden

Minimale looneis van 4%
De looneis die FBZ stelt, bedraagt normaal gesproken minimaal de optelsom van de te verwachten inflatie en productiviteitsstijging. Volgens het CPB bedragen deze in 2020 resp. 1,3% en 0,8%. Bij elkaar opgeteld is dit 2,1%. Vanwege de grote tekorten aan personeel in de zorg (zie par. 4) is het echter belangrijk dat de zorg ook financieel een aantrekkelijke sector is om in te werken. Goed werkgeverschap houdt ook een goede beloning in. Om die reden hanteert FBZ voor het jaar 2020 een looneis van 4%. Het binnenhalen van voldoende middelen hiervoor is een verantwoordelijkheid van de werkgevers. Voor deelsectoren waar de financiële ontwikkelingen meer dan gemiddeld positief of negatief zijn, kan de looneis naar boven of naar beneden worden bijgesteld.

Vergoeding stages
Voor stages, waaronder ook coschappen, moet een redelijke vergoeding worden betaald.

Vergoeding beroepskosten
Daarnaast moeten beroepskosten voor scholing, persoonlijke ontwikkeling en deskundigheidsbevordering door de werkgever worden vergoed, evenals de kosten voor inschrijving in registers en de daarbij behorende opleidingskosten en de contributies voor beroepsorganisaties en vakbonden. Dit is nu niet in alle sectoren goed geregeld.

Compensatie afschaffing doorsneesystematiek in pensioenregelingen
FBZ steunt het pensioenakkoord dat medio 2019 is gesloten. Een moeilijk punt hierin is wel het feit dat sommige leeftijdsgroepen onevenredig worden getroffen door de afschaffing van de zogeheten doorsneesystematiek. Hiervoor moet per pensioenfonds een compensatieregeling worden getroffen. FBZ zal er op toezien dat dit in de pensioenfondsen waar wij bestuurlijk bij betrokken zijn (PFZW en ABP) op een eerlijke en evenwichtige manier gebeurt.

2. Gezond en veilig werken

Voldoende tijd voor herstel
De ziekteverzuim- en burn-outcijfers in de zorg zijn hoog. Dit is niet alleen slecht voor de medewerkers en voor de kwaliteit van zorg, maar brengt ook onnodig hoge kosten met zich mee. Er moet gewerkt worden aan een cultuur- en gedragsverandering bij zowel werkgevers als werknemers om een gezond en veilig werkklimaat tot stand te brengen. Het hoge verzuim wordt deels veroorzaakt door de hoeveelheid werkuren en de werktijden die in de zorg gebruikelijk zijn. Het is daarom belangrijk dat de regels die hiervoor zijn vastgelegd in wetgeving en cao’s worden gehandhaafd. Roosters moeten zo zijn ingericht dat voldoende gelegenheid tot herstel wordt geboden.

Aanpak werkdruk, invoering levensfasebeleid en Generatiepact
De hoge fysieke en psychische werkdruk in de zorg moeten worden aangepakt. Fysieke werkdruk kan worden verbeterd door uitvoering van de Arbeidsomstandighedenwet en regelingen in cao’s, het meer bekend maken en handhaven van protocollen en door meer inzet van eHealth. Psychische werkdruk kan worden verminderd door vermindering van de administratieve lastendruk en door het scheppen van een betere balans tussen werk en privé. Voor het laatste is een integraal levensfasebeleid voor de verschillende leeftijdsgroepen nodig. Hierdoor worden meer mogelijkheden geschapen voor het combineren van het werk met zorgtaken in het gezin of als mantelzorger. Voor ouderen die minder willen gaan werken, is invoering van regelingen als het Generatiepact gewenst. Hierbij gaan ouderen minder uren werken met behoud van een groter deel van hun salaris en volledige pensioenopbouw.

Halt aan grensoverschrijdend gedrag
Veel zorgverleners en studenten hebben te maken met grensoverschrijdend gedrag door patiënten, opleiders, leidinggevenden of collega’s in de vorm van te ver gaande opmerkingen of grappen, maar ook aanrakingen. Om dit onacceptabele gedrag tegen te gaan, moeten afhankelijkheidsrelaties worden verminderd en moeten meldpunten en vertrouwenspersonen bekend en goed bereikbaar zijn. Het belangrijkste is echter dat er een cultuuromslag komt waarbij duidelijke normen worden gesteld voor wat wel en niet wordt geaccepteerd, en waarbij zorgverleners elkaar ook aanspreken op hun gedrag.

3. Medezeggenschap en positionering

Aandragen zorgprofessionals voor medezeggenschapsorganen
FBZ en de VHP-Zorg draagt waar mogelijk kandidaten voor wanneer in een instelling verkiezingen worden gehouden voor de ondernemingsraad (OR). Hierdoor beschikken onze onderhandelaars over contacten die nuttig zijn bij onderhandelingen voor de cao of voor een sociaal plan.

Meer inspraak zorgprofessionals bij instellingsbeleid
Naast de wettelijke medezeggenschapsstructuur is het van belang dat professionals ook op andere manieren betrokken zijn bij het beleid en de gang van zaken binnen de instelling waar zij werken. Hiervoor in te stellen organen kunnen functioneren als platform voor ontmoeting, overleg en (interdisciplinaire) samenwerking tussen de professionals en als professionele gesprekspartner voor de raad van bestuur of de directie. Communicatie en besluitvorming worden hierdoor gestroomlijnd en het draagvlak voor besluiten wordt vergroot. Ook kunnen overlegorganen waarin werknemers zijn vertegenwoordigd, een rol spelen bij de opleiding en de kwaliteitsbewaking, en bij het overleg met externen en financiers. Hierdoor krijgen professionals meer grip op hun werkomstandigheden, wordt de kwaliteit van zorg vergroot en de strategische positie van de instelling in het veld verbeterd.

4. Arbeidsmarkt

Aandacht voor Actieprogramma Werken in de zorg
De arbeidsmarkt in de zorg staat nog steeds onder grote druk. In de komende jaren dreigen de personeelstekorten nog verder op te lopen. Dit leidt tot een te hoge werkdruk, een hoog ziekteverzuim en uitval, en is nadelig voor de kwaliteit van zorg. Er zijn extra inspanningen van overheid, opleidingen en werkgevers nodig om meer mensen in de zorg binnen te halen en het werk anders te organiseren, en om het vertrek van de huidige medewerkers tegen te gaan. Ook zl bekeken moeten worden of parttimers misschien meer uren kunnen gaan werken. Het kabinet heeft het Actieprogramma Werken in de zorg opgesteld, dat werkt langs drie lijnen:
• Bevorderen dat meer mensen (leerlingen en studenten, zij-instromers, herintreders) kiezen voor werken in de zorg;
• Beter onderwijs en stimuleren dat meer studenten/leerlingen hun opleiding afmaken;
• Anders werken in de zorg: beter benutten van talenten, professionele autonomie, minder administratieve lasten, de juiste zorg op de juiste plek, gezonder werken en meer gebruik van innovatie/technologie.

Goede arbeidsvoorwaarden
Om de zorg aantrekkelijk te maken als werkplek is echter ook goed werkgeverschap in de vorm van goede arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden en medezeggenschap onmisbaar.

Méér aandacht voor ‘onbekende’ zorgberoepen en -sectoren
Ook moet in de opleidingen meer aandacht worden besteed aan informatie over en ervaring met beroepen en sectoren waarvoor nu weinig studenten kiezen omdat zij hiermee niet bekend zijn of waarvan zij een verkeerd beeld hebben.

5. Flexibiliteit en zekerheid

Flexibiliteit mag niet ten koste gaan van zekerheid
Door het geven van veel tijdelijke contracten kunnen werkgevers de omvang van de organisatie makkelijker aanpassen aan de behoefte, maar dit draagt niet in positieve zin bij aan de kwaliteit van zorg. Daarnaast is het voor werknemers fijn om meer zekerheid te hebben; zo is een vast contract vaak nodig bij het verkrijgen van een hypotheek.

De nieuwe Wet arbeidsmarkt in balans vermindert de zekerheid voor de werknemer. Zo wordt de regeling voor opeenvolgende tijdelijke contracten verruimd: de periode waarbinnen drie aaneensluitende tijdelijke contracten mogen worden aangeboden, is verlengd van twee naar drie jaar. Hiervan kan bij cao worden afgeweken. Ook zijn de mogelijkheden voor ontslag verruimd: ontslag is niet meer alleen gebonden aan specifieke ontslaggronden maar kan ook worden verleend als sprake is van cumulatie van omstandigheden die ieder op zich niet voldoende reden voor ontslag opleveren.

Reparatie derde WW-jaar niet voor rekening van werknemer
Vanaf 2016 is de WW veranderd, waardoor de maximale duur van een werkloosheidsuitkering is verminderd van 38 naar 24 maanden. In enkele deelsectoren is inmiddels een regeling tot stand gekomen waarbij dit wordt gerepareerd. De (hoge) kosten hiervan worden echter volledig opgebracht door de werknemers; om die reden is FBZ geen voorstander van dergelijke regelingen en zetten wij er op in dat deze regelingen niet worden opgenomen in cao’s.

Geen taakverzwaring dienstverbanders door inzet zzp’ers
Naast meer tijdelijke contracten zien we ook steeds meer zzp’ers in de zorg. Tijdens de crisis kozen veel werknemers voor deze manier van werken wanneer zij hun baan verloren. Tegenwoordig is de reden vaak gelegen in het feit dat mensen zich onvoldoende gehoord voelen binnen de organisatie en te weinig grip hebben op het eigen werk. Werkgevers kiezen niet alleen voor zzp’ers uit het oogpunt van flexibiliteit, maar ook omdat zij vanwege de krapte op de arbeidsmarkt geen andere kandidaten kunnen vinden. Het nadeel van zzp’ers is dat zij duurder zijn dan werknemers in dienstverband. Bovendien is hun betrokkenheid bij de organisatie kleiner, doen zij geen ‘bijkomende’ taken, en draaien zij soms geen diensten. Dit betekent dus een verzwaring van de werkdruk voor de dienstverbanders. FBZ is dan ook van mening dat flexibiliteit in de organisatie niet moet worden gezocht in externe flexibiliteit door tijdelijke contracten en het aannemen van zzp’ers. Structureel werk moet worden gedaan door medewerkers met een vast contract. Meer flexibiliteit kan wel worden bereikt door de mobiliteit van werknemers te vergroten en door het bieden van meer gelegenheid tot opleiding en begeleiding (employability).

Behoud van werk bij reorganisaties
Waar reorganisaties noodzakelijk zijn, moet een goed sociaal plan worden opgesteld. FBZ hanteert hierbij de volgende uitgangspunten:
• Behoud van werkgelegenheid
• Begeleiding van werk-naar-werk
• Geen gedwongen ontslagen
• Salarisgarantie
• Een objectieve plaatsingsprocedure

Behoud rechten werknemers onder Wnra
In 2020 zal de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) ingaan, waardoor een groep zorgverleners die nu onder de rechtspositie van de ambtenaren valt, onder het private arbeidsrecht wordt gebracht. FBZ zet zich in voor behoud van rechten van de betreffende werknemers en probeert aan te schuiven aan zoveel mogelijk nieuwe cao-tafels om de belangen van zorgverleners te behartigen.

Bron: FBZ