Een op vijf werkenden geïntimideerd op het werk

Een op de vijf werkenden heeft te maken met ongewenst gedrag op de werkvloer. Vooral intimidatie komt veel voor.

Dat heeft niet alleen gevolgen voor de werknemers, maar voor de hele organisatie.

Dat blijkt uit het onderzoek Werkstress of werkplezier dat Schouten en Nelissen liet uitvoeren onder ruim 1300 werkenden.

De vijf vormen van ongewenst gedrag zijn, in volgorde van mate waarin het voorkomt.

20% – Intimidatie
12% – Pesten
7% – Discriminatie
4% – Ongewenste seksuele aandacht
1% – Geweld van collega’s of leidinggevenden

Hoge werkdruk
Er blijkt een nauw verband te zijn tussen het ervaren van een hoge werkdruk en ongewenst gedrag. Van de mensen die aangeven uitgeput te zijn, geeft maar liefst 30 procent aan te maken te hebben met intimidatie. Het contrast is groot: van de mensen die niet uitgeput zijn, heeft slechts 12 procent te maken met intimidatie. Daarnaast blijkt er een relatie is tussen de ervaren werkdruk en pesten. 24 procent van de mensen die aangeeft veel werkdruk te hebben, ervaart pestgedrag op het werk. Dit ten opzichte van de medewerkers die weinig werkdruk ervaren, hiervan geeft slechts 14 procent aan pesten te ervaren op de werkvloer.

Jessica van Wingerden, directeur organisatieontwikkeling bij Schouten & Nelissen, over de resultaten: “Het is confronterend om te zien dat een op de vijf medewerkers in organisaties te maken heeft met ongewenst gedrag. Zeker gezien de impact op het welzijn van medewerkers binnen organisaties.”

Invloed van een positief werkklimaat
Organisaties kunnen samen met medewerkers actief werken aan het succesvol terugdringen van ongewenst gedrag. Dit start met aandacht voor het werkklimaat dat medewerkers binnen teams en de organisatie ervaren.

Van Wingerden: “Uit ons onderzoek blijkt dat medewerkers die een positief werkklimaat ervaren, lager scoren op intimidatie, pesten, cynisme, uitputting en werkdruk. Daarbij zien we dat deze medewerkers meer gemotiveerd zijn, meer eigen initiatief nemen en bevlogen zijn in het werk.”

Bron: www.pwnet.nl