Proeftijd

Bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van twee jaar of langer bedraagt de maximum-proeftijd twee maanden.
Bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van korter dan twee jaar of wanneer het einde van de arbeidsovereenkomst niet op een kalenderdatum is gesteld (bijvoorbeeld bij vervanging wegens ziekte) bedraagt de maximum-proeftijd één maand. Een langere proeftijd mag niet worden afgesproken. Een kortere proeftijd is wel toegestaan. Als er toch een langere proeftijd in de arbeidsovereenkomst staat, is de gehele proeftijd nietig en is er in feite geen proeftijd.

Voorbeeld:
U treedt op 1 januari voor onbepaalde tijd in dienst bij uw nieuwe werkgever. Er wordt een proeftijd van twee maanden, dus tot 1 maart overeengekomen. Per 1 februari gaat u voor twee weken met vakantie. U komt met uw werkgever overeen uw proeftijd met twee weken te verlengen, dus tot 15 maart.
Resultaat: De gehele proeftijd is ongeldig, en niet alleen de laatste twee weken! U bent nu op 1 januari in dienst getreden zonder proeftijdbeding.

Nee. Een proeftijd moet altijd schriftelijk worden overeengekomen. Een mondelinge proeftijd is ongeldig.

De proeftijd is een kennismakingstijd voor werkgever en werknemer. Werkgever en werknemer kunnen in beginsel zonder nadere opgave van redenen tijdens de proeftijd de arbeidsovereenkomst per direct beëindigen. Een proeftijd is niet verplicht. U kunt met de werkgever afspreken dat er geen proeftijd geldt. Bijvoorbeeld als u bij deze werkgever een opleiding hebt gevolgd. Dan voegt een proeftijd niets toe.