Pensioen

Een werkgever is niet wettelijk verplicht een pensioenregeling voor zijn werknemers te treffen. Wel is in veel cao’s een (verplichte) pensioenregeling voor werknemers opgenomen. Ook als er geen cao geldt voor de organisatie waar u werkzaam bent, kan uw werkgever een pensioenvoorziening getroffen hebben.
Voor werknemers die vallen onder de werking van de cao´s Ziekenhuizen, Geestelijke Gezondheidszorg, VVT, Gehandicaptenzorg, Gezondheidscentra en voor vele andere instellingen in de gezondheidszorg, geldt de pensioenregeling van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn. Voor de medewerkers van de umc’s geldt de pensioenregeling van het ABP.

Als u bij een werkgever in dienst treedt die voor zijn werknemers geen pensioenvoorziening heeft getroffen, kunt u overwegen zélf een pensioenverzekering te regelen, zoals een risicodekking tegen overlijden en invaliditeit. Ons advies is de premielasten te verdelen, waarbij ten minste de helft van de lasten voor de werkgever dient te komen. Uw werkgever is hiertoe echter, zoals hiervoor al is gesteld, niet verplicht.

Partnerpensioen kunt u op twee manieren opbouwen: op opbouwbasis en op risicobasis.

Opbouwbasis: u bouwt daadwerkelijk een potje op met geld. Als u overlijdt krijgt uw partner partnerpensioen. Dat geldt, en dat is een belangrijk onderscheid met partnerpensioen op risicobasis, ook als u inmiddels niet meer in dienst bent bij uw werkgever (en niet meer deelneemt in het betreffende pensioenfonds). Als u uit dienst gaat en u gaat naar een ander pensioenfonds dan neemt u dat potje mee (via waardeoverdracht). Doet u geen waardeoverdracht dan blijft dat potje bij het pensioenfonds tot u overlijdt. Bij uw overlijden gaat het alsnog naar uw nabestaande partner.
Het voordeel van een partnerpensioen op opbouwbasis is dat er altijd een partnerpensioen is voor uw partner als u overlijdt.

Risicobasis: u bouwt GEEN potje op. Er wordt verzekerd op risicobasis, dus 'slechts’ het risico dat u overlijdt wordt verzekerd. Het is daarmee een soort overlijdensrisicoverzekering. Dat betekent dat als u overlijdt terwijl u nog in dienst bent bij uw werkgever, uw partner partnerpensioen krijgt. Bent u inmiddels niet meer in dienst van uw werkgever en niet meer in dat pensioenfonds, dan is er geen partnerpensioen meer als u overlijdt. Er was immers geen potje opgebouwd. Er valt dus niets mee te nemen. U kunt het makkelijk vergelijken met een brandverzekering. Een brandverzekering is ook altijd een risicoverzekering. Daarom krijgt u alleen geld als uw huis afbrandt terwijl u nog verzekerd was tegen brand. Bent u weggegaan bij de verzekeraar dan krijgt u niets uitbetaald als uw huis afbrandt.
Ook partnerpensioen op risicobasis heeft een voordeel. Omdat er geen potje wordt opgebouwd is de premie over het algemeen lager dan voor een partnerpensioen op opbouwbasis.