Jos de Blok: ‘Wijkverpleegkundige moet alles kunnen’

op .


Wijkverpleegkundigen moeten zorg verlenen, inzicht krijgen in hoe ze dat zo goed mogelijk doen en dat met elkaar delen.

De drijfveer moet steeds zijn: wat heeft de patiënt nodig? Dat zegt Jos de Blok van Buurtzorg in een intervieuw.
Jos de Blok bedacht samen met collega-wijkverpleegkundigen een plan dat de samenhang in de thuisverpleging moet terugbrengen. Hierover is hij op dit moment intensief met staatssecretaris Van Rijn in overleg.

Standaard voor wijkverpleegkundigen in de maak
In het plan van De Blok wordt V&V in z’n geheel overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet. Dat betekent dat zorgverzekeraars de effectiviteit van de verpleegkundige interventies moeten beoordelen.  'Dat biedt veel mogelijkheden,' aldus De Blok. 'Je wordt meer aangesproken op je deskundigheid als wijkverpleegkundige. Nu worden we daar niet op afgerekend. Je hoeft alleen maar te doen wat de indicatie voorschrijft, het maakt niet uit of het werkt. Wij zeggen: maak de kwaliteitsslag als professional en laat zien dat wat je doet ook effect heeft. Dus ik vind het terecht dat verzekeraars verpleegkundigen daarop gaan aanspreken. Maar dan moet ook worden gerechtvaardigd dat we die positie als beroepsgroep krijgen. Dus zoals de huisartsen de NHG-standaarden hebben, moeten die er ook komen voor wijkverpleegkundigen. Actiz, V&VN en Buurtzorg zijn al voorbereidingen aan het treffen voor die standaarden.'


De Blok streeft ernaar dat de thuiszorg van productgerichte wijkverpleging naar cliëntgerichte wijkverpleging verschuift. De wijkverpleegkundige doet zelf de indicatie en stuurt waar nodig zelf bij. Ook schakelt ze informele zorg in, zoals mantelzorger en andere naasten. Zij monitort geregeld of de gegeven zorg nog nodig is, en streeft er naar dat de cliënt zo snel mogelijk weer taken op zich kan nemen. Kortom, ze redeneert in steunsystemen, zodat ze op den duur als verpleegkundige uit de zorg kan stappen.

Veranderende rol verpleegkundige
Volgens De Blok moeten wijkverpleegkundigen zelf nadenken over de veranderde rol die zij de laatste tien, vijftien jaar hebben gekregen. ‘Er kwam steeds meer managementgedoe bij, zoals coördineren. Dat zie je ook terug op de hbo-v. Maar het is eigenlijk heel simpel: wijkverpleegkundigen moeten zorg verlenen, inzicht proberen te krijgen in hoe je dat zo goed mogelijk doet en dat met elkaar delen. En meedenken over welke techniek je het beste kunt gebruiken. De drijfveer moet steeds zijn, wat heeft de patiënt nog nodig?'

VTT-teams
De Blok vindt de speciale technische, verpleegkundige teams (VTT-teams) dan ook helemaal niets. 'Als wijkverpleegkundige moet je alles kunnen. De motivatie en de verantwoordelijkheid ligt bij de individuele (wijk)verpleegkundige. Zij moet steeds nadenken over de vraag welke problemen ze in haar werk tegenkomt, en of ze zichzelf bevoegd en bekwaam acht om die op te lossen. En op basis daarvan onderzoek je welke opleiding of training nodig is om het wel te kunnen. Dat zou een cyclus moeten zijn. En niet op basis van een of ander protocol dat ergens op afstand is bedacht. Die ambitie moet uit jezelf komen.'

Bron: Nursing