Zorginstellingen verbeteren financiële positie
Ondanks de bezuinigingsmaatregelen en vooruitlopend op de plannen van de overheid heeft de zorgsector haar financiële positie in 2012 verbeterd. De ‘huishoudboekjes’ zijn over het geheel genomen op orde.
Dit concluderen inkoopcoöperatie Intrakoop en Verstegen accountants en adviseurs aan de hand van 1271 jaarverslagen van zorginstellingen in Nederland.
Ondanks de bezuinigingsmaatregelen en vooruitlopend op de plannen van de overheid heeft de zorgsector haar financiële positie in 2012 verbeterd. De ‘huishoudboekjes’ zijn over het geheel genomen op orde. Dit concluderen inkoopcoöperatie Intrakoop en Verstegen accountants en adviseurs aan de hand van 1271 jaarverslagen van zorginstellingen in Nederland.
Het resultaat ten opzichte van de totale bedrijfsopbrengsten is van 2,1 procent in 2011 gestegen naar 2,3 procent. Het eigen vermogen van zorginstellingen is met 12,7 procent gestegen naar 11,2 miljard euro. De solvabiliteit, het eigen vermogen ten opzichte van de omzet, stijgt daarmee met 5,9 procent naar gemiddeld 20 procent. De liquiditeitsratio ligt gemiddeld op de norm van 1,0.
Verschillen per deelsector
Per deelsector verschilt de financiële positie sterk. In de sector ziekenhuizen steeg het resultaat gemiddeld van 1,8 procent naar 2,0 procent. In de ggz-sector stonden de financiële resultaten in 2012 het meest onder druk als gevolg van reeds ingezette bezuinigingsmaatregelen. De gemiddelde resultaatratio in de ggz daalde van een bovengemiddelde 3,5 procent in 2011 naar 1,7 procent in 2012. Het ligt daarmee beduidend lager dan het gemiddelde van de hele zorgsector: 2,3 procent. In de gehandicaptenzorg is de resultaatratio van 2,0 procent in 2011 verbeterd naar 2,8 procent in 2012. De VVT-sector (verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg) zag het resultaatratio stijgen van 2,0 procent in 2011 naar 2,5 procent in 2012.
Ziekenhuizen
Hoewel de ‘winstmarge’ in ziekenhuizen met 2,0 procent bescheiden te noemen is, is het eigen vermogen met 13 procent gegroeid van 3,6 miljard euro naar ruim 4,0 miljard euro. Slechts één ziekenhuis heeft een (klein) negatief eigen vermogen, blijkt uit het rapport. De solvabiliteit van de ziekenhuizen, waarbij het eigen vermogen wordt uitgedrukt in een percentage van de totale bedrijfsopbrengsten, is toegenomen van 18,0 procent naar 19,2 procent. De liquiditeit, verhouding van de vlottende activa ten opzichte van de vlottende passiva, is verbeterd van 0,9 naar 1,0. Hiermee voldoet de ziekenhuissector aan de bedrijfseconomische normen.
Ggz
De grilligheid in de resultaten binnen de ggz-sector is opvallend, stellen Intrakoop en Verstegen accountants en adviseurs in het onderzoek. Zo’n 15 procent van de instellingen heeft een resultaatratio van meer dan 10 procent, terwijl bijna 18 procent van de ggz-instellingen in 2012 rode cijfers schrijft. Zij noemen de kwetsbaarheid van de ggz-sector vooral zorgelijk, omdat in 2013 de bekostiging op basis van DBC’s volledig wordt ingevoerd. “Bovendien nemen door het samengaan van de invoering van de DBC’s en de geleidelijke invoering van NHC’s (Normatieve HuisvestingsComponenten) voor de bekostiging van kapitaallasten de omzetrisico’s in 2013 toe. Meer dan bij andere zorginstellingen.”
De gemiddelde solvabiliteit is verbeterd van 16,4 procent naar 17,4 procent. Maar liefst 45 procent van de GGZ-instellingen heeft een vermogenspositie boven de 15 procent. Ook de liquiditeit is toegenomen: van 1,0 naar 1,2. Bij de introductie van de DBC-declaraties hebben enkele ggz-organisaties problemen gehad met hun liquiditeit. Sindsdien krijgt de bewaking van de liquiditeit volop aandacht.
Gehandicaptenzorg
De gehandicaptenorganisaties gezamenlijk bevinden zich in een gezonde financiële positie. De solvabiliteit verbetert van 20,2 procent in 2011 naar 21,3 procent in 2012. Bijna 70 procent heeft een hogere solvabiliteit heeft dan 15 procent. Slechts 9 organisaties hadden eind 2012 een negatief vermogen. Qua liquiditeit blijft de sector achter bij de norm: de liquiditeitsratio steeg van 0,7 naar 0,9. Van alle gehandicaptenzorgorganisaties voldoet 37 procent niet aan de norm van 1,0.
In de gehandicaptenzorg waren de aangekondigde bezuinigen reden om de hand op de knip te houden. In meerdere jaarverslagen staat dat de toegekende intensiveringsmiddelen vanwege de onzekere toekomst ervan niet structureel zijn ingezet. De bedrijfslasten stijgen daardoor beduidend minder (8,7 procent) dan de bedrijfsopbrengsten (9,3 procent). De resultaatratio verbetert van 2,0 procent in 2011 naar 2,8 procent in 2012. Dit ondanks de aanzienlijke invloed van bijzondere waardeverminderingen op de huisvesting van bijna 93 miljoen euro. Zonder deze waardeverminderingen was de resultaatratio bijna anderhalf keer zo hoog, concluderen de onderzoekers
VVT
Voor veel VVT-instellingen is de toename van het resultaatratio van 2,0 naar 2,5 procent te verklaren door een combinatie van hogere tarieven en een toename van de gemiddelde zorgzwaarte en productie, zo blijkt uit de jaarverslagen. Daaruit blijkt overigens ook dat de gevolgen van het scheiden van wonen en zorg voor de waardering van het zorgvastgoed minder ingrijpend zijn dan gevreesd. In totaal werd voor ruim 119 miljoen euro aan vastgoed afgewaardeerd op een totaal van bijna 15 miljard euro aan kosten. De onderzoekers plaatsen een kanttekening bij de vraag in hoeverre de jaarverslagen van 2012 daadwerkelijk het volledig effect van het overheidsbeleid op de waardering van vastgoed weergeven. In de loop van 2013 wordt steeds duidelijker hoe ingrijpend de bezuinigingsmaatregelen zijn en hoe somber de toekomstperspectieven voor de VVT-sector.
De solvabiliteit van de VVT-organisaties is gestegen van 21,6 procent in 2011 naar 22,4 procent in 2012. Van de circa 500 VVT-organisaties zijn er 25 met een negatief eigen vermogen.
In 2012 verbetert de liquiditeit en komt uit op 1,1. Het aandeel VVT-organisaties dat een liquiditeit boven de norm van 1,0 heeft stijgt van 62 procent naar 68 procent.
Bron: Skipr