Dalende productiviteit maar meer kwaliteit in VVT

op .

Stijgende zorgzwaarte en steeds arbeidsintensiever werk is de vermoedelijke oorzaak van de productiviteitsdaling in de verpleeg- en verzorgingshuizen en de thuiszorg (VVT).

Dalende productiviteit maar meer kwaliteit in VVT




Stijgende zorgzwaarte en steeds arbeidsintensiever werk is de vermoedelijke oorzaak van de productiviteitsdaling in de verpleeg- en verzorgingshuizen en de thuiszorg (VVT).



Vooral sinds 1997 is sprake van een forse daling; gemiddeld 2% per jaar. Tegelijkertijd neemt de kwaliteit van zorg toe, zo blijkt uit het rapport Productiviteitstrends in de VVT van de TU Delft. (Rapport klik hier)



De TU Delft heeft de ontwikkeling van de productiviteit in de VVT-sector van 1972-2010 in kaart gebracht. De daling in productiviteit is geen aanwijzing dat zorgmedewerkers minder hard zijn gaan werken. De patiënten in verpleeghuizen nu zijn zwaardere gevallen dan 20-30 jaar geleden. En er is overgegaan van meerpersoonskamers naar eenpersoonskamers. Dit is een kwaliteitsverbetering, maar kost het personeel ook meer werk.



Verdubbeling

De geleverde verpleeghuiszorg is meer dan verdubbeld. En ook de vraag naar thuiszorg is sinds begin jaren negentig meer dan verdubbeld. De zorgzwaarte van mensen met verpleeghuiszorg is steeds verder toegenomen. Mensen worden zo lang mogelijk thuis verzorgd, totdat zij meer intensieve hulp nodig hebben en naar een verpleeghuis verhuizen. Daarbij is de inzet van middelen sterk gegroeid. De personele kosten groeien met gemiddeld 6,6% per jaar, de materiaalkosten met 5,8% per jaar en de kapitaalkosten met gemiddeld 6,3% per jaar.



Deskundigheid

Volgens V&VN vraagt de ouderenzorg om meer en specifiekere deskundigheid. In het kader van het Convenant Hervormingen Langdurige Zorg is V&VN bezig met de voorbereidingen van een aantal proeftuinen in de ouderenzorg, waarin de beroepsvereniging onder andere onderzoekt welke deskundigheid de ouderenzorg vraagt en welke zorgverleners hiervoor het best kunnen worden ingezet.



Bron: Zorgmarkt