Veiligheid niet in geding door Indiaas OK-personeel

op .

Er is geen reden om te veronderstellen dat de inzet van Indiase operatieassistenten heeft geleid of leidt tot onveilige situaties. Dat concludeert de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) op basis van eigen onderzoek en de reactie van LVO.

Veiligheid niet in geding door Indiaas OK-personeel



Er is geen reden om te veronderstellen dat de inzet van Indiase operatieassistenten heeft geleid of leidt tot onveilige situaties. Dat concludeert de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) op basis van eigen onderzoek.

Aanleiding voor het onderzoek van de IGZ waren zorgelijke signalen uit een ledenenquête van de Landelijke Vereniging van Operatieassistenten (LVO) in 2011, over de inzet van buitenlandse operatieassistenten. Uit die enquête kwamen voorbeelden als het achterblijven van operatiegazen, verkeerd labelen van potjes met weefsel voor onderzoek en onsteriel werken. De signalen gingen vooral over Indiase operatieassistenten. De IGZ onderzocht deze signalen bij de tien ziekenhuizen waarop ze betrekking hadden.




Geen aanwijzing

Op basis van dit onderzoek kan de IGZ de signalen uit de LVO-enquête niet bevestigen. De inspectie heeft geen aanwijzingen gevonden om te veronderstellen dat de inzet van Indiase operatieassistenten heeft geleid of leidt tot onveilige situaties in de bezochte ziekenhuizen.




Leertraject

Tijdens bezoeken aan de ziekenhuizen sprak de inspectie met zowel Nederlandse als Indiase operatieassistenten, het management van de operatieafdelingen en met de raad van bestuur. De ziekenhuizen hadden verwacht na de werving te kunnen beschikken over hoog opgeleide professionals, maar feitelijk functioneerden deze operatieassistenten niet op het niveau van hun Nederlandse collega’s. De Indiase operatieassistenten hebben vervolgens intensieve leer- en begeleidingstrajecten gevolgd. Daarbij is ook zeer veel aandacht besteed aan taalvaardigheid en communicatie.




Belasting

Vrijwel zonder uitzondering verklaarden de ziekenhuizen uiteindelijk tevreden te zijn over de kwaliteiten van de Indiase operatieassistenten die nu werkzaam zijn. Ze geven echter aan te twijfelen of zij een dergelijk traject in de toekomst opnieuw zouden uitvoeren, gezien de tijdsinvestering. De Indiase operatieassistenten zelf merkten op dat de negatieve publiciteit over hun functioneren bij hen heeft geleid tot een aanzienlijke emotionele belasting.




Bron: Skipr


Reactie LVO:


‘Beeld Indiase operatieassistenten inderdaad te rooskleurig’

 De Landelijke Vereniging  van Operatieassistenten (LVO) is blij met de conclusies uit het onderzoek naar de inzet van buitenlandse operatieassistenten van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Het blijkt dat de vereniging terecht heeft gewaarschuwd voor een te rooskleurig beeld van de kwaliteiten van operatieassistenten uit India die op Nederlandse OK's worden ingezet. Aanleiding hiervoor was een enquête onder haar leden. Ook signaleert de IGZ  dat de werkbelasting voor de Nederlandse collega’s inderdaad erg groot is geweest vanwege het inwerken van en de supervisie op de Indiase collega’s, zoals de LVO eerder uit de enquête concludeerde. Dit sterkt de LVO in haar mening dat de steeds populairdere trend om operatieassistenten uit India in te zetten op Nederlandse OK's terecht is stopgezet. De IGZ concludeert verder dat de patiëntveiligheid niet in gevaar is geweest. De LVO vreesde dat dit het geval was, omdat uit de enquête was gebleken dat operatieassistenten uit India vaak nog niet veilig zelfstandig konden worden ingezet na de van tevoren aangekondigde, korte inwerktermijn. Uiteindelijk hebben ziekenhuizen hun verantwoordelijkheid genomen door de opleiding te verlengen, zelfstandig werken langer uit te stellen of een contract te beëindigen, concludeert de IGZ. De betrokken ziekenhuizen hebben aangegeven dat het de vraag is of zij een dergelijk traject, gezien de tijdsinvestering, opnieuw zullen uitvoeren.

De problemen waren aanvankelijk onderschat. Dat er geen calamiteit heeft plaatsgevonden is te danken aan de alerte houding van de Nederlandse collega’s. Zij meldden  direct dat er extra begeleiding en controle nodig was. De problemen die naar boven kwamen waren niet alleen te wijten aan de taalbarrière, maar ook aan gedragsaspecten, zoals het niet durven zeggen als men iets niet begreep. Het werkniveau was bij het begin tegengevallen. Men had hoog opgeleide Indiase operatieassistenten verwacht, maar in werkelijkheid bleken ze te vergelijken met 2e jaars leerlingen en op een beperkt vakgebied opgeleid. Vanwege de achterstand in deskundigheid en taal hebben de Indiase operatieassistenten allen ruim een jaar onder strikte supervisie gewerkt. Terwijl er oorspronkelijk inwerk perioden waren gepland van een paar weken. Hierdoor was de werkbelasting van de Nederlandse collega’s erg groot. Dit terwijl de Nederlandse operatieassistenten en het management vooraf in bijna alle gevallen een rooskleuriger beeld kregen voorgeschoteld. Het zouden hoogopgeleide collega’s zijn, die hetzelfde salaris of zelfs een  hogere inschaling zouden ontvangen. Het bleken in werkelijkheid mensen met een kennis en vaardigheidsniveau op leerling-niveau, die zeer veel begeleiding nodig hadden.

Ook blijft de LVO het vreemd vinden dat mensen op de operatiekamer worden ingezet, waarvan onduidelijk is welk diploma ze hebben behaald. De afspraak in Nederland is dat operatieassistenten over een erkend of gelijkgesteld diploma van CZO moeten beschikken in opdracht van NVZ en NFU



De LVO vraagt zich dan ook af als al deze energie, tijdsinvestering en geld waren geïnvesteerd in het opleiden van nieuwe leerlingen voor operatieassistent, waarvoor zeker nog voldoende animo is, dit niet een betere investering was geweest. We zouden opgeleide operatieassistenten hebben, die ook op langere termijn inzetbaar zijn en niet na een tijdje vertrekken. De LVO is dan ook tevreden met de  positieve ontwikkelingen rond het Fonds Ziekenhuisopleidingen en daaruit voortvloeiende grotere opleidingscapaciteit voor operatieassistenten.





Nicole Dreessen, Bestuurslid LVO