Back to the future: dat is nodig in de zorg!

op .

Eigenlijk weten alle beslissers in de gezondheidszorg al jaren dat de organisatie van de langdurige zorg in de toekomst écht anders moet. Dan hebben we het niet over stelselherzieningen of de boekwaardeproblematiek, maar fundamenteler. Wat verstaan we nog onder ‘gezondheid' en hoe verhoudt zich dit tot ‘welzijn' of ‘kwaliteit van leven'? Of, wat vragen we van ‘de maatschappij' om de zorg draaiende te houden?

Back to the future: dat is nodig in de zorg!



Eigenlijk weten alle beslissers in de gezondheidszorg al jaren dat de organisatie van de langdurige zorg in de toekomst écht anders moet. Dan hebben we het niet over stelselherzieningen of de boekwaardeproblematiek, maar fundamenteler. Wat verstaan we nog onder ‘gezondheid' en hoe verhoudt zich dit tot ‘welzijn' of ‘kwaliteit van leven'? Of, wat vragen we van ‘de maatschappij' om de zorg draaiende te houden?




Bijblijven

Tot op heden blijven wij verstrikt in het geldparadigma. Linksom of rechtsom komt bijna iedere discussie over de gezondheidszorg neer op het verdelingsvraagstuk van het geld. Daar gaan we het op den duur niet meer mee redden. Een voorbeeld dat ik altijd gebruik om dit te demonstreren, betreft de wijze waarop wij de zorg aan mensen met dementie organiseren. Als we alleen kijken naar de demografische ontwikkeling (vergrijzing) en naar het geschatte percentage mensen met dementie dat nu gebruik maakt van verpleeghuizen of verzorgingshuizen, dan kunnen we concluderen dat we binnen enkele jaren veel te weinig capaciteit hebben. Voor de beeldvorming: de totale capaciteit aan voorzieningen in 2030 zal het dubbele moeten zijn van de capaciteit in 2000. Zelfs als vandaag de schop de grond in gaat, zullen we dat been niet meer kunnen bijtrekken. En dan hebben we het nog niet eens gehad over het personeel dat de zorg moet gaan bieden.




Creëren veranderagenda

We zullen de komende jaren vooral weer heel druk worden met een stelselherziening. Ik denk in dit kader aan de overhevelingen van de AWBZ naar de Wmo en het opheffen van de zorgkantoren. Bestuurlijk gezien gaat dit betekenen dat de gemeenten en de zorgverzekeraars zich nadrukkelijker gaan bemoeien met de inrichting van de zorg. Dat biedt kansen voor deze partijen, maar zeker ook voor zorgaanbieders én andere maatschappelijke organisaties, om met elkaar te komen tot andere vormen van zorg en de organisatie daarvan. De uitdaging zit nu in het creëren van een veranderagenda die verder reikt dan de herverdeling van budgetten en zeggenschap daarover.




Kansen

Een voorbeeld van een mogelijk ander paradigma kan gevonden worden in de gehandicaptenzorg. In de laatste decennia van de vorige eeuw is daar de visie in zwang gekomen dat mensen met een verstandelijke beperking niet in instituties op afgezonderde terreinen moeten verblijven, maar midden in de samenleving. Deïnstitutionalisering en ‘community care' werden leidende principes. (Uiteraard met al zijn vóór- en nadelen.) Met name op het terrein van huisvesting zijn belangrijke stappen in de richting van deze visie gezet. Veel lastiger blijkt het te zijn om ook de samenleving voldoende uit te dagen het contact met mensen met een verstandelijke beperking aan te gaan, zowel in de buurt als op het werk en in de vrije tijd. Juist op dat punt liggen mijns inziens de komende jaren de grootste uitdagingen én kansen. Laten we dit paradigma van ‘community care' opfrissen en verbreden naar alle mensen in onze samenleving die (om op sommige momenten) wel wat ondersteuning van hun omgeving kunnen gebruiken. Als we erin slagen die verbinding te maken, dan komt het verdelingsvraagstuk in een heel ander perspectief te staan.    


   

Bron: Blog van Marc van Ooijen