VVT-sector klaar voor omslag toekomstbestendige en cliëntgerichte zorg

op .

De verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorgorganisaties (VVT) hebben de afgelopen twee jaar belangrijke stappen vooruit gezet. Zo is de waardering van cliënten en zorgprofessionals voor de zorg gestegen. Ook zijn de medewerkers, de zorgprofessionals, in het algemeen positiever over hun werk.

VVT-sector klaar voor omslag toekomstbestendige en cliëntgerichte zorg

De verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorgorganisaties (VVT) hebben de afgelopen twee jaar belangrijke stappen vooruit gezet. Zo is de waardering van cliënten en zorgprofessionals voor de zorg gestegen. Ook zijn de medewerkers, de zorgprofessionals, in het algemeen positiever over hun werk. De VVT-sector is er verder in geslaagd om haar financiële positie iets te verbeteren. Dit blijkt uit de ActiZ benchmark 2010 die vandaag gepresenteerd werd. De uitkomsten laten zien dat de VVT-sector klaar is voor de omslag naar toekomstbestendige en meer cliëntgerichte zorg.



Uit de ervaringen van 150.000 cliënten blijkt dat zij de zorg thuis of in een verpleeg- of verzorgingshuis goed waarderen. De CQ-scores laten cijfers zien van rond de acht voor die zorg. Het directe contact met de medewerker wordt door cliënten zelfs nog beter beoordeeld. Cliënten en familie zijn minder positief over de inspraak, het overleg en de informatievoorziening. Daar valt nog het nodige te verbeteren. Kwaliteit van zorg en ruimte om cliëntgericht te kunnen werken zijn voor medewerkers belangrijke aspecten in hun dagelijks werk. Over beide punten zijn de medewerkers positief. Met een overall rapportcijfer van 7.8 voor kwaliteit en cliëntgerichtheid is deze score verbeterd ten opzichte van 2008. De algemene medewerkertevredenheid steeg van 6.8 naar 7.2.



Goede weg

ActiZ directeur Aad Koster is trots op wat de ondernemers en medewerkers met elkaar bereikt hebben. ‘De ActiZ zorgorganisaties laten zien dat de omslag is ingezet’, stelt Koster. ‘Er komt weer meer ruimte voor het primaire proces tussen zorgprofessional en cliënt en dat wordt door cliënten en medewerkers natuurlijk gewaardeerd.’ De gestegen medewerkertevredenheid is voor ActiZ een verder bewijs dat de sector op de goede weg is. ‘Meer echte regie voor de cliënt én ruimte voor de professional om de cliënt bij zijn of haar zelfstandigheid te ondersteunen. Dat is in een notendop de transitie waar we mee bezig zijn’.



Versterken

Uit de benchmark blijkt dat het verandervermogen van de sector nog versterkt moet worden. Te vaak ervaren medewerkers bijvoorbeeld dat een verandering in hun organisatie niet goed verankerd wordt. Ook de communicatie over veranderingen dient verbeterd te worden.

Uit het onderzoek blijkt een voorzichtige verbetering van de financiële situatie van de sector; bijna de helft van de zorgorganisaties heeft een duurzame financiële positie bereikt. Bij ruim 20% is die positie echter nog onvoldoende solide. De ruimte van de sector om structureel en stevig te investeren in zorgvernieuwingen is nog steeds beperkt.



Zorguren


Analyse van de informatie van thuiszorg laat zien dat er geen relatie is tussen het aantal uren zorg dat een cliënt krijgt en zijn waardering. ‘Bij veel mensen bestaat het beeld dat cliënten altijd zoveel mogelijk zorg willen en dat zorgorganisaties altijd zoveel mogelijk uren zorg willen verlenen. Die mythe is nu echt ontzenuwd’, stelt Koster. De benchmark toont aan dat cliënten die zorg thuis ontvangen, die zorg niet als beter ervaren als zij meer uren krijgen. ‘Met andere woorden: als de zorg maar maximaal aansluit bij de behoefte van de cliënt dan is dat voor hem of haar veel belangrijker dan bijvoorbeeld een half uur zorg meer of minder’.



Groot en klein

Ook een andere mythe is volgens ActiZ achterhaald. Grote zorgorganisaties blijken namelijk helemaal niet per definitie slechter te presteren zoals vaak wordt gedacht. Voor het eerst blijkt nu dat grote organisaties hun beoogde schaalvoordelen ook echt realiseren. Wel is het zaak om die voordelen nog verder om te zetten in het verlenen van meer zorg. Door hun omvang zijn grote organisaties wel beter in staat om zorg te verlenen aan bijvoorbeeld mensen die afgelegen wonen of cliënten die specialistische zorg nodig hebben. ‘Grote zorgorganisaties kunnen deze duurdere zorg, die niet volledig vergoed wordt, beter opvangen dan kleinere organisaties’, legt Koster uit. ‘Ook om die reden is het goed dat er naast kleinere ook grote organisaties bestaan’.



Jeugdgezondheidszorg en kraamzorg


Aan de benchmark namen ook organisaties deel die naast VVT actief zijn in de jeugdgezondheidszorg (JGZ) en kraamzorg. Uit het onderzoek blijkt dat medewerkers in de JGZ hun werk met een 7.1 waarderen. De financiële nettomarge die JGZ-organisaties behalen ligt wel onder die van de VVT-organisaties. Professionals in de kraamzorg geven hun werk een 7.4. Financieel gezien behalen kraamzorgorganisaties ongeveer dezelfde nettomarge als in de VVT. Volgend jaar zijn voor de jeugdgezondheidszorg en kraamzorg ook CQ-cliëntenervaringen beschikbaar.



Benchmark

Aan de ActiZ benchmark namen dit jaar ruim 100 zorgorganisaties en 52.000 medewerkers deel. De benchmark brengt drie onderdelen in kaart: de medewerkertevredenheid, de cliëntervaringen zorg en de financiële bedrijfsvoering. Het onderzoek wordt uitgevoerd door PricewaterhouseCoopers.


 Meer informatie klik hier


Bron: Actiz