'Bod zorgwerkgevers is sigaar uit eigen doos'

op .

ActiZ en BTN,  organisaties voor ondernemers in de zorg, hebben als reactie op het door de bonden gestelde ultimatum een uitgebreid voorstel gedaan. Hun bod blijkt echter de bekende sigaar uit eigen doos. De reactie van de vakbonden in de VVT is dan ook niet mals. Zij houden het ultimatum nog steeds “in de lucht”.

'Bod zorgwerkgevers is sigaar uit eigen doos'

ActiZ en BTN,  organisaties voor ondernemers in de zorg, hebben als reactie op het door de bonden gestelde ultimatum een uitgebreid voorstel gedaan. Hun bod blijkt echter de bekende sigaar uit eigen doos. De reactie van de vakbonden in de VVT is dan ook niet mals. Zij houden het ultimatum nog steeds “in de lucht”.



De zorgwerkgevers stellen een jaarlijkse loonsverhoging voor van een procent in 2010 en 2011. Klinkt als een stap in de goede richting naar een nieuwe VVT-cao. Maar wie kijkt naar waar het geld vandaan komt, merkt al snel dat de werknemers deze loonsverhoging zelf financieren. Het geld komt namelijk uit het potje van de leeftijdsurenregeling.

Een potje dat de werkgevers graag zien verdwijnen. Daarvoor in de plaats willen zij een leeftijdsonafhankelijk tijdsbudget van 32 uur voor iedere werknemer. Die moet dit budget – met omgerekend een waarde van twee procent - vervolgens besteden aan leeruren. Terwijl voor die uren juist al een scholingsbudget beschikbaar is, dat de werkgever hoort te betalen.

Een typisch geval van een sigaar uit eigen doos. ‘Want twee keer een procent mín twee procent is nog steeds nul procent’, rekenen de bonden voor.. ‘Dit is echt een breekpunt voor de huidige cao, dat we gezamenlijk uit moeten werken.’ Dat moet gebeuren in een apart traject, buiten de nu lopende onderhandelingen. ‘Met de goede uitgangspunten, net als we recent in andere zorg-cao’s deden.’

Het voorstel van de werkgevers werd deze keer niet aan de onderhandelingstafel gedaan, maar per post verstuurd. De reactie van de bonden is dan ook niet mals: ‘Daarmee verwerpen de werkgevers ons ultimatum. Ze nemen ons niet serieus. Praten is prima, maar wel volgens onze ultimatumeisen.’