Column

Over afhankelijkheid


Ik volgde deze week voor het eerst in jaren weer eens een workshop – als deelnemer. Erg leuk en leerzaam. De roos van Leary en Belbin’s teamrollen was waar het over ging. Het idee is dat deze beide modellen elkaar aanvullen en ik ben het daar van harte mee eens. Leary gaat vooral over het gebruik maken van tegenstellingen zoals we die in onze omgang met elkaar onvermijdelijk waarnemen: dominantie tegenover ondergeschiktheid en ik tegenover samen. Belbin sluit aan bij onze concrete gedragskenmerken, zoals die in de samenwerking altijd een rol spelen.  Het je verdiepen in en leren werken met een model brengt met zich mee dat het de werkelijkheid tijdelijk versmalt. Het is als het leren gebruiken van een hamer: je ziet vooral overal spijkers …

Modellen leveren ook gedragsvoorschriften mee – dat maakt ze aantrekkelijk. De valkuil is natuurlijk dat de werkelijkheid altijd weerbarstiger is dan het model voorspelt.
In de wijze waarop we over onze interacties nadenken sluipt regelmatig de illusie van “eenzijdige controle” binnen. We denken dan dat we óf de oorzaak zijn van het gedrag van anderen, óf we hebben het gevoel dat die ander ons gedrag bepaalt. Beide opties zijn natuurlijk onjuist: niemand heeft “control” over wat er gebeurt. Het is veel meer een gezamenlijke dans. Dit geloof in eenzijdige controle zie ik als een typisch kenmerk van onze cultuur.

Ik denk dat dit geloof ook samenhangt met de eveneens in onze cultuur sterk benadrukte gedachte dat we eerst en vooral autonoom dienen te zijn. Afhankelijk zijn van anderen? Liever niet! Maar onafhankelijkheid is natuurlijk net zo illusoir als die eenzijdige controle. We zijn in alle opzichten en voortdurend afhankelijk van zo’n beetje de hele wereld (globalisering heet dat nu). We leven in netwerken, waarin vrijwel alles wat we doen alleen maar mogelijk is als anderen de mogelijkheden daartoe gecreëerd hebben. Dat we daarbij voor veel zaken betalen, houdt die illusie van “onafhankelijkheid” in stand. We eigenen ons door die betaling als het ware het recht op dat voorwerk van die anderen toe. Ik denk dat dit maar deels opgaat. Wat dat betalen volgens mij vooral duidelijk maakt is dat die afhankelijkheid wederzijds is.

Ik vraag me regelmatig af in hoeverre het (in onze cultuur) verdwijnen van religieuze levensvisies die sterke nadruk op onafhankelijkheid heeft bevorderd. In een religieuze context is een besef van afhankelijkheid meestal fundamenteel aanwezig en de grond ervan wordt daar dan vaak aangeduid met het woordje “God”. Daar zijn natuurlijk allerlei verhalen omheen gecreëerd, verhalen die door de meesten van ons niet meer serieus genomen worden. In ieder geval door mij ook niet. Maar dat besef van afhankelijkheid blijft volgens mij wel van groot belang. Ik zie het dan ook als het spreekwoordelijke met het badwater weggegooide kind.

Leo Vrooman gebruikt in zijn gedichten – als hij naar “het grotere geheel” verwijst – vaak het begrip “het systeem” en mij lijkt dat een zinvol idee. Dat gevoel van afhankelijkheid, het niet volledig zelf voor het zeggen te hebben, lijkt me een noodzakelijk en aanvullend aspect op onze cultuur van “geloven alles te kunnen bepalen” (Homo Deus!).

Van De Correspondent ontving ik deze week het eerste hoofdstuk van een nieuw door hen uitgegeven boek: Dankboek. Het gaat over het belang van dankbaarheid in ons leven. Het idee is dat dankbaarheid een gezond makende invloed op ons heeft. Ik denk dat dit ook weer samenhangt met dat besef voortdurend afhankelijk te zijn van anderen.

Wat heeft dit alles met Belbin te maken?
Welnu, het teamrolmodel gaat uit van en is gebaseerd op wederzijdse afhankelijkheid! Samenwerken volgens Belbin betekent immers: de aanvulling voor eigen beperkingen zoeken bij de ander en zelf aanvullend willen zijn op die ander! Dat is wat “play your strength” feitelijk betekent. Ik denk dan ook dat aandacht voor dit besef van afhankelijkheid voor een geslaagde implementatie van teamrolmanagement onmisbaar is!

André Meester
Belbin NL