'Samenwerken in de zorg is verdraaid lastig'

Samenwerking wordt gezien als een panacee voor alle zorgproblemen maar met elkaar om tafel gaan zitten, leidt niet automatisch tot betere en goedkopere zorg, zegt Robin Bremekamp van adviesbureau Common Eye. 

 ‘Samenwerken is een beetje een modewoord’, zegt Robin Bremekamp. ‘Het wordt te pas en te onpas gebruikt, zonder dat er wordt nagedacht of samenwerking realistisch is of wat de impact van samenwerking is.’ Hij ergert zich aan de politiek die samenwerking gebruikt als een panacee. ‘In het regeerakkoord zal ongetwijfeld weer iets komen te staan over partijen die zullen gaan samenwerken waardoor de zorg automatisch kwalitatief beter wordt en goedkoper. Zo werkt het niet, dat hebben we gezien in de jeugdzorg, in de ouderenzorg. Goed samenwerken is verdraaid lastig.’ En alleen in een goed proces leidt dat op termijn tot betere,  goedkopere zorg. Bremekamp: ‘Op het moment dat je gaat samenwerken, kost dat tijd, geld en energie. Bedenk maar als drie partijen gaan samenwerken, dan zitten alle partijen allereerst een uur om de tafel waarbij iedereen zijn mening geeft. Die tijd kun je zo inplannen, en dan moet je feitelijk nog beginnen.’

Gedeelde ambitie
Common Eye is een adviesbureau dat zich gespecialiseerd heeft in samenwerkingsvraagstukken tussen organisaties. De adviseurs werken voor allerlei sectoren van onderwijs, ruimtelijke ordening, openbaar bestuur, en dus ook de zorg. In het model dat Common Eye gebruikt, staat ‘een gedeelde ambitie’ helemaal in het midden. Daar draait het om bij elk samenwerkingsproces. Bremekamp: ‘Partijen die willen gaan samenwerken, moeten een gedeelde ambitie formuleren. Dat moet verder gaan dan juichbegrippen. “De patiënt centraal”, dat is geen ambitie waar je verder mee komt. Een praktijkvoorbeeld: “Twee partijen in de geriatrische revalidatie hadden als ambitie dat ze over 1,5 jaar de GRZ-afdelingen zouden samenbrengen. Maar de een dacht aan een fusie, de ander aan projecten samen uitvoeren. Een onrealistische ambitie of een slecht geformuleerde ambitie leidt tot spraakverwarring, wederzijdse frustraties en een slechte samenwerking.’Het model van Common Eye heeft naast de gedeelde ambitie, vier onderwerpen die essentieel zijn voor een samenwerkingsproces: De samenwerking moet recht doen aan ieders belangen, je moet een relatie opbouwen zodat er een basis van vertrouwen is, je moet het goed organiseren en een goed proces doorlopen. ValkuilenBremekamp: ‘Een valkuil is dat partijen niet echt naar elkaar luisteren. Ze geven alleen hun eigen mening en dan is er geen  gesprek maar alleen een uitwisseling van standpunten.’ Soms hebben partijen al een vorm hebben gekozen terwijl ze nog geen overeenstemming hebben over de inhoud. Bremkamp: ‘Dan hoor je: We willen een coöperatie. Maar vorm is iets om aan het eind van de rit te bespreken. Eerst inhoud dan pas vorm.’ UitdagingIn de eerstelijn moet steeds meer worden samengewerkt. Bremekamp: ‘De grote uitdaging voor huisartsen en paramedici is dat zij met veel zijn, maar veel van hun samenwerkingspartners slechts met weinig. In Amsterdam  zijn er grosso modo 2 GGZ-instellingen, 5 verpleeg- en verzorgingsinstellingen, 4 ziekenhuizen, en 400 huisartsen! Als er afspraken moeten worden gemaakt over bijvoorbeeld de transfer van ziekenhuis naar huis, dan kan een ziekenhuis echt niet 400 verschillende afspraken maken.’Dat betekent dat huisartsen op dit punt moeten gaan samenwerken. Bremekamp: ‘De huisarts zal iets van zijn bevoegdheden moeten overdragen, ja, iets inleveren van zijn autonomie. En dat is ook een van de kenmerken van elk samenwerkingsproces: samenwerking vraagt altijd dat je een deel van je eigen autonomie opgeeft, in het vertrouwen dat je er uiteindelijk meer voor terug krijgt. Je moet dus wel het geloof, het vertrouwen hebben dat samenwerking uiteindelijk beter is voor kwaliteit van het werk dat je doet.’ 

Bron: www.medischondernemen.nl, door Karin Broer